OUD-DIRECTEUR WIEK VAN GILST EN HUIDIG DIRECTEUR-BESTUURDER JOLIEN ROOS-HESSELINK OVER HET EERSTE DCVA-LUSTRUM

‘In het buitenland kijkt het cardiovasculaire veld jaloers naar de DCVA’

  • 6 min.
  • DCVA

De Dutch CardioVascular Alliance bestaat vijf jaar en viert 22 en 23 juni haar eerste lustrum tijdens de DCVA-NLHI Translational Cardiovascular Research Meeting. Hoewel er de afgelopen jaren veel is bereikt, zijn harde cijfers niet makkelijk te geven. In september wordt zichtbaar gemaakt wat tal van samenwerkingsprojecten tot nu toe hebben opgeleverd. Intussen is de DCVA een voorbeeld voor het cardiovasculaire veld in Europa.

Portretfoto's (kleur) Jolien Roos-Hesselink en Wiek van Gilst
Beeld: Esther Morren | Jeroen van Kooten Fotografie

Vraag je de oud-directeur en de huidige directeur-bestuurder naar wat afgelopen jaren is bereikt door de DCVA, dan hoor je eerst een algemeen ‘Er zijn eigenlijk zoveel goede dingen gebeurd in die vijf jaar’ en vervolgens ‘Het gaat niet om de DCVA, wij zijn een overkoepelende organisatie die de partners ondersteunt in hun functioneren door betere onderlinge communicatie.’

Aantoonbaar laten zien, met solide gegevens en harde cijfers, wat er is bereikt, is nog lastig, aldus oud-DCVA-directeur en emeritus hoogleraar Wiek van Gilst. ‘Aan het begin van het proces hebben we een aantal pijlers gedefinieerd die moeten functioneren als versnellers van de belofte die we hebben neergezet: 25 procent reductie van de ziektelast vóór 2030.’

Waarop de huidige directeur-bestuurder van de DCVA prof. dr. Jolien Roos-Hesselink hem vriendelijk onderbreekt: ‘Wiek is te bescheiden. Hij heeft tijdens zijn voorzitterschap een waanzinnig mooie organisatie neergezet. De zes pijlers binnen de DCVA – Onderzoeksbeleid, Valorisatie, Implementatie, Talent, Data-infrastructuur, Public affairs en communicatie – zijn de gebieden waarop heel veel gebeurt. Het is de backbone van de DCVA, die probeert het gehele cardiovasculaire veld te verbinden.

En dan denk ik niet alleen aan het wetenschappelijke veld. Daar gebeurt weliswaar veel: dankzij de samenwerkingsverbanden binnen de DCVA zijn zo’n twintig consortia bezig, die meestal een paar miljoen euro te besteden hebben. Maar het is echt veel meer.’ Wat volgt is een opsomming van alle pijlers en hun ambities. Roos-Hesselink: ‘Op dit moment zijn we bezig met een aantal experts van onder andere de TU Twente en Groningen om door te rekenen wat elke pijler opbrengt. We nemen daarvoor een aantal projecten als uitgangspunt en in september verwachten we de eerste resultaten.’

Welke top drie van veranderingen springt volgens jullie het meest in het oog?

Van Gilst: ‘Dat de Hartstichting en ZonMw gezamenlijke calls uitschrijven, hoort wel in de top drie thuis. Mensen deden al heel veel, maar dan los van elkaar. De kracht van het huidige Nederlandse onderzoek is dat we niet telkens helemaal opnieuw hoeven te beginnen. We weten nu precies wie wat doet, wie waarin het beste is, en bereiken daardoor veel meer omdat we sneller meer geld efficiënt kunnen inzetten.’

Roos-Hesselink: ‘In de pijler Valorisatie vertalen we resultaten uit fundamenteel medisch onderzoek naar bedrijvigheid. Hier hebben we veel bereikt. Neem als voorbeeld de startup TargED, die met een bloedverdunnend medicijn herseninfarcten kan behandelen. Dit is gebaseerd op een van de vele “uitvindingen” in de onderzoeksconsortia waarvoor, na support vanuit het DCVA-Firstfonds, nu 45 miljoen euro aan buitenlands geld is aangetrokken.’ Van Gilst vult aan: ‘We staan in Nederland aan de top van het hart- en vaatonderzoek, maar in de vertaling naar bedrijvigheid staan we juist vrij laag. Hier zie je dus echt het succes van de gezamenlijke aanpak. Zelfs het ministerie van Economische Zaken heeft er geld ingestopt. Dat is echt bijzonder en heel on-Nederlands.’

Als derde succes noemt Roos-Hesselink de data-infrastructuur. ‘Net als bij kankeronderzoek zetten we nu stappen richting een centrale, landelijke onderzoeksbank waarin alle gegevens van patiënten worden verzameld, zonder dat je daarvoor als behandelaar extra handelingen hoeft te verrichten. Op deze manier krijgen we een real-world-databank die ons heel veel belangrijke data gaat opleveren, om te beginnen over hartfalen en boezemfibrilleren. Dit is echt uniek en hierin worden op dit moment grote stappen gezet.’

Welke hindernissen is de DCVA tegengekomen?

Roos-Hesselink: ‘Communicatie blijft belangrijk. Wij proberen alles te delen, maar soms sijpelt het niet door binnen de partnerorganisaties en hoor je van iemand: “Dat wist ik niet.” We krijgen inmiddels steeds helderder wie aanspreekpunten zijn binnen de organisaties. Zoiets kost gewoon tijd. In feite ben je elke dag de boodschap aan het herhalen.’

‘Tegelijk is een samenwerkingsverband als de DCVA uniek in Europa,’ zegt Van Gilst. ‘Wij weten toponderzoekers maar ook andere partijen in het cardiovasculaire veld bijeen te brengen. Daarin is de DCVA een voorbeeld voor andere landen, waar je inmiddels ook een beweging richting meer samenwerking ziet.’

‘Plannen voor de toekomst zijn er voldoende,’ zegt Roos-Hesselink. Preventie staat vanaf het begin hoog op haar prioriteitenlijst. Check@Home, het grootschalig onderzoek naar vroege opsporing van chronische aandoeningen zoals diabetes, nierschade en hart- en vaatziekten dat eind 2022 van start ging, zet een eerste stap naar de door Van Gilst vurig gewenste consultatiebureaus voor ouderen in de wijk. Roos-Hesselink: ‘Met vroege opsporing en meer behandeling in de thuissituatie kunnen we veel bereiken. Er zijn mooie plannen. Zo zijn er bijvoorbeeld gesprekken gaande met de trombosediensten. Zij hebben het met de komst van DOAC (Directe Orale Anticoagulantia, red.) minder druk. Dat biedt hen ruimte om zich om te scholen naar servicecentra voor leefstijladvies en cardiovasculaire zelfzorg met behulp van eHealth toepassingen, zoals ze nu ook mensen begeleiden met INR-zelfcontroles.’

Ook gentherapie heeft Roos-Hesselink als stip op de horizon. ‘Daarin zit veel toekomst. Aan de ene kant hebben we toponderzoekers op dit gebied waar een aantal academische ziekenhuizen, maar ook technische universiteiten en het bedrijfsleven bij betrokken zijn. Met gentherapie kan waarschijnlijk jarenlange medicatiebehandeling overbodig worden.’


Van Gilst:

De kracht van het huidige Nederlandse onderzoek is dat we niet telkens helemaal opnieuw hoeven te beginnen

JONGE CARDIOLOGEN HEBBEN DE TOEKOMST

Jongeren hebben de toekomst. Voor een succesvolle onderzoekscarrière is het – meer dan vroeger – belangrijk om je breed te ontwikkelen. Roos-Hesselink en Van Gilst zijn de eersten om dit te bepleiten. Ze hechten veel belang aan het zichtbaar maken en ondersteunen van jonge cardiologen en onderzoekers binnen het samenwerkingsverband. Zo trad recent Young@Heart, de belangenorganisatie voor jonge cardiovasculaire onderzoekers, toe tot de DCVA. Van Gilst is ermee in zijn nopjes: ‘In de aanloopperiode moesten we zoveel praten om iedereen erbij te betrekken, dat gebeurde vooral in de directiekamers, met oude mannen zoals ik’, zegt hij lachend. ‘Maar als het vooral binnen het bestuurlijke niveau wordt gedragen, garandeert dat geen succes in de toekomst. Het is belangrijk dat jongeren ervaren dat ze iets hebben aan deze organisatie.’ Naast het tweejarige leiderschapsprogramma biedt de DCVA sinds kort een extra programma aan voor jongeren die promotieonderzoek doen. Binnen het DCVA Steer Your Career Program worden promovendi begeleid in het zetten van een volgende stap in hun carrière, vertelt Roos-Hesselink. ‘Je maakt contact met professionals binnen en buiten de academische wereld om je netwerk te verbreden en persoonlijk loopbaanadvies te krijgen. Het trainingsprogramma ondersteunt jonge wetenschappers om regie te nemen over hun loopbaan.’

De DCVA is een samenwerkingsverband van de verenigingen voor cardiologen (NVVC), internisten vasculaire geneeskunde (NVIVG), vaatchirurgen (NVvV), thoraxchirurgen (NVT), kaderhuisartsen hart- en vaatziekten (HartVaatHAG) en hart- en vaatverpleegkundigen (NVHVV), de Nederlandse Neurovasculaire Werkgroep (NNW), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), Netherlands Heart Institute (NLHI), Nederlandse Hart Registratie (NHR), Werkgroep Cardiologische centra Nederland (WCN), Hartstichting, Harteraad, ZonMw, NWO, KNAW, 4TU, Health~Holland, de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG), de belangenorganisatie van producenten, importeurs en handelaren van medische hulpmiddelen Nefemed, de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) en de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN).


In deze rubriek leest u het laatste nieuws van de Dutch CardioVascular Alliance (DCVA) en DCVA-partners: interviews over nieuwe initiatieven, updates van lopende projecten en portretten van onderzoekers. De eerder verschenen artikelen zijn hier te raadplegen.