VERTREKKEND EN NIEUWE HOOFDREDACTEUR DE CARDIOLOOG

'Meer samen doen, meer verbinden’

  • 7 min.
  • Interview
  • Portret

De Cardioloog krijgt een nieuwe hoofdredacteur: prof. dr. Steven Chamuleau draagt het stokje na drie jaar over aan dr. Martin Hemels. Ze treffen elkaar op de nieuwe werkplek van Chamuleau, die de alliantie VUmc-AMC voor de Cardiologie gaat leiden, voor een gesprek over hun ambities als hoofdredacteur en als cardioloog.

Hoe kijkt u beiden tegen het hoofdredacteurschap aan?

Chamuleau: ‘Ik heb altijd het standpunt gehad dat het blad omarmd moest worden en De Cardioloog in feite zou moeten fungeren als het verenigingsblad van de NVVC. Eigenlijk is het dat ook geworden, want iedereen leest het. Het is verbindend, maar daar is nog wel een slag in te maken.’
Hemels beaamt dat hij dat verbindende de komende jaren meer wil uitdiepen: ‘In het Netherlands Heart Journal zat bijvoorbeeld vroeger een katern waarin men elkaar informeerde over lopende studies en initiatieven vanuit Nederland, maar dat ging eruit want het blad werd wetenschappelijker. Zoiets als dat katern kan bijvoorbeeld perfect in De Cardioloog en past bij mijn drive om partijen met elkaar te verbinden.’

U bent allebei breed georiënteerd in de cardiologie. Dat is natuurlijk een voordeel voor een hoofdredacteur.

Hemels: ‘Inderdaad. Ik heb altijd een brede interesse gehad en ben breed actief. Ik vind het heerlijk om een ablatie of poli te doen en op dezelfde dag een artikel gepubliceerd te krijgen of een editorial te schrijven voor het Netherlands Heart Journal. Dat brede vind ik aantrekkelijk. Binnen het academische is het juist goed als je de focus hebt op een specifiek onderwerp, daar kun je dan heel hoog in worden.’ Chamuleau knikt beamend. ‘En daarom ben ik er juist trots op dat ik hoogleraar algemene cardiologie ben geworden. Dat is in de academische wereld inderdaad raar, maar ik wil cardiologie over de volle breedte vertegenwoordigen. Het is een bedreiging als we steeds meer in de zuilen van superspecialisatie gaan zitten en elkaar daardoor een beetje verliezen.’

Hoe ging de overstap van UMC Utrecht naar Amsterdam UMC?

Chamuleau: ‘Ik heb altijd met een beetje jaloezie naar Amsterdam gekeken. Niet omdat ik Amsterdammer ben en hier ben opgeleid – ik ga ook naar Ajax; belangrijk! – maar om wat hier met de fusie gebeurde: twee academische centra samenbrengen tot Amsterdam UMC. Dat is een gigantisch project. Er zijn mensen die vinden dat het een grote moloch wordt, maar zestien hartcentra in ons land is gewoon te veel. We moeten specifieke zorg meer concentreren. Het is natuurlijk belachelijk dat op tien kilometer van elkaar in Amsterdam dezelfde tertiaire zorg wordt gegeven. Nu gaan we lateraliseren, en ze vroegen mij dat voor de cardiologie vorm te geven op een uniek instapmoment, want ik kan nu gaan bouwen.’

Zou dat ook wat voor u zijn, dr. Hemels?

Hemels (lachend): ‘Misschien in de toekomst. Maar ik voel me erg senang in Rijnstate, dat is een groot topklinisch ziekenhuis waar ik goed de patiëntenzorg kan doen. Ik heb wel altijd academische binding gehouden: ik zit een dag in de week in het Radboudumc voor elektrofysiologie en ik heb vier promovendi aan vier academische centra. Ik heb stevige academische ervaring opgedaan in Groningen en heb op een blauwe maandag wel overwogen om de stap te zetten, maar eerlijk gezegd zag ik een beetje tegen een academische loopbaan op. Want in een academisch ziekenhuis moet je presteren, die druk voel je. In Rijnstate heb ik een vrij gevoel; dat past mij.’
Chamuleau beaamt dat de academische druk gigantisch is. ‘We hebben hier het Principal Investigator-systeem. Dat word je alleen met een dijk van een cv, als je miljoenen binnenhaalt, veel promovendi aflevert en veel publiceert. De druk op een academisch specialist is hoog; dat onderscheidt een academisch ziekenhuis van een perifeer. Bij mij past dat.’

Waar ligt op dit moment uw focus?

Hemels: ‘Bij de cardiologie in de volle breedte dus. En ik ben bezig met de DUTCH-AF registry. Internist-vasculair geneeskundige prof. dr. Menno Huisman en ikzelf namens de NVVC hebben subsidie van ZonMw gekregen voor onderzoek naar antistollingsmiddelen bij atriumfibrilleren. We hebben nu 3.000 patiënten in de database en we willen er 6.000 die we jarenlang prospectief kunnen opvolgen. We hebben hiertoe samenwerking gezocht met de Nederlandse Hart Registratie (NHR) om de registratie onder te brengen en, net als enkele Scandinavische landen, een juridisch kader gevormd om in de toekomst ook registry-based randomized trials te kunnen doen. Als patiënten toestemming geven, kun je in de toekomst veel sneller en goedkoper wetenschappelijk onderzoek doen. Daar zet ik me voor in. Ik ben nu nog interim-voorzitter van AF-registratie binnen de NHR, maar dat stokje draag ik binnenkort over.’

Uw aandacht is geheel gericht op Amsterdam UMC, professor Chamuleau?

Chamuleau: ‘Ja, ik leer Amsterdam te snappen. Er zijn cultuurverschillen, dat is evident, en die moeten overbrugd worden. Ik volg mijn gevoel daarin; ik denk dat ik wel kan inschatten wat een bepaald besluit voor iemand betekent. Mijn grootste uitdaging is om een heldere visie te krijgen op wat de Nederlandse gezondheidszorg over tien jaar nodig heeft, want dat bepaalt hoe je het Amsterdam Hartcentrum nu moet inrichten.’

En wat denkt u?

Hij heft zijn handen. ‘Als ik het antwoord had, was ik klaar. Misschien zijn de poli’s dan wel vervangen door e-consulten en verpleegkundig specialisten die naast de huisarts zitten. We zijn een hartcentrum aan het bouwen met ruimte voor misschien wel tien cathkamers, twee interventie-MRI-suites en twintig polikamers. Maar als het zorglandschap drastisch verandert – bijvoorbeeld door cardiogenetica en kunstmatige intelligentie – en we daardoor bijvoorbeeld over tien jaar geen of minder poli’s meer nodig hebben, moet ik dat niet doen. Ik voer met allerlei mensen gesprekken hierover.’

Hoe ziet u de toekomst van de cardiologische zorg, dr. Hemels?

Hemels: ‘De patiënt heeft altijd een persoonlijke dokter nodig, dat is zonneklaar. Juist de psychologie en de empathie in het vak zijn belangrijk. Doe je bijvoorbeeld wel of niet een invasieve ingreep bij de oudere cardiovasculaire patiënt?
Chamuleau knikt bevestigend en zegt dat juist daarin het kromme van de Nederlandse gezondheidszorg zit: ‘Marcel Levi zei een keer dat wij worden beloond voor de dingen die we doen, niet voor dat wat we laten. Als we besluiten dat het beter is om een bepaalde ingreep niet te doen, krijg ik slechts dat consult betaald. Als ik de ingreep wel doe, gaat de kassa hier rinkelen. Het systeem is verkeerd. Daar wil ik op inspelen met mijn visieplan. In deze functie zit ik dichter bij het vuur.’

Het systeem omgooien: hoe moeten we dat doen?

‘Samen’, zegt Chamuleau stellig. ‘Niemand van ons is het eens met het dbc-systeem, maar toen het werd bedacht waren we allemaal te druk met onze eigen dingen. We moeten vaker onze vinger opsteken. En dan niet alleen zeggen wat we vinden, maar er ook wat mee doen. Dat er iets veranderen gaat, is duidelijk.’

Wat kan de rol zijn van De Cardioloog in deze ontwikkelingen, volgens u?

Chamuleau: ‘De Cardioloog stelt deze actuele thema’s centraal en belicht ze vanuit meerdere gezichtspunten. We laten niet alleen cardiologen aan het woord, maar vaak juist ook andere betrokkenen uit bedrijfsleven of politiek. Dat geeft een breder perspectief.’
Hemels: ‘Het blad informeert over nieuwe ontwikkelingen in het vak, in onderzoek en ook op beleidsmatig vlak, en biedt ruimte voor discussie. Wat mij betreft dus een prima podium om als cardioloog je stem te laten horen.’


Prof. dr. Steven Chamuleau promoveerde in 2001 en rondde zijn opleiding tot cardioloog af in 2008 in Amsterdam. Daarna werd hij cardioloog aan het UMC Utrecht, met specifieke aandacht voor beeldvorming en kleppen, en was hij translationeel onderzoeker in de regeneratieve geneeskunde. In 2016 werd hij er benoemd tot hoogleraar Algemene cardiologie. Sinds 1 oktober 2019 werkt hij in Amsterdam UMC om de alliantie VUmc-AMC voor de Cardiologie te leiden.


Dr. Martin Hemels studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Groningen en verrichtte daar promotieonderzoek op het gebied van atriumfibrilleren. Hij volgde de opleiding tot cardioloog in Groningen en tot elektrofysioloog in Isala Zwolle. Sinds 2012 werkt hij in het Rijnstate Ziekenhuis en is hij een dag per week verbonden aan het Radboudumc. Tevens is hij programmaleider van NVVC Connect-AF, principal investigator van de DUTCH-AF registry, actief in de EHRA education committee en hoofdredacteur van het magazine Rijnstate Research&Innovatie.