ECG IN DE ‘MIDDELEEUWEN’

‘Een geruisje over het hart’

  • 2 min.
  • Geschiedenis
  • Media & Cultuur

Het elektrocardiogram (ECG) was aanvankelijk een instrument voor de wetenschap. Pas in de tweede helft van de 20e eeuw drong het door tot de medische praktijk. Deze introductie viel samen met het zelfstandig worden van het specialisme cardiologie.

Voorheen waren cardiologen gespecialiseerde internisten die meer geluiden uit hun stethoscopen wisten te interpreteren dan anderen. Tot in de jaren 1960 voerden cardiologen praktijk als consulent cardiologie in diverse ziekenhuizen, terwijl de behandeling in handen bleef van internisten.

Een ECG werd vervaardigd met een krachtige versterker op basis van dioden: gasgevulde glazen buizen met diverse schakelingen. Zo’n versterker moest voor gebruik minutenlang worden opgewarmd. Vervolgens werd het storingsniveau gecontroleerd. Een passerende tram of een motormaaimachine heeft menige registratie in de soep laten lopen. Zag een proefstrook er een beetje behoorlijk ­uit,­ dan­ werden ­de­12 ­afleidingen successievelijk op papier geregistreerd.

&ellipsis;

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?