Overzicht

CHECK@HOME: VROEGE OPSPORING EN BEHANDELING

‘De ziektelast terugbrengen kan alleen met vroegdetectie’

  • 20 oktober 2023
  • DCVA

Na eerdere aankondigingen start het eind dit jaar écht: Check@Home, het grootschalige onderzoek naar vroege opsporing van chronische aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten en nierschade. De eerste mensen tussen de 50 en 75 jaar worden uitgenodigd voor een presymptomatische screening. Projectleider prof. dr. Folkert Asselbergs: ‘Over vijf jaar willen we een roadmap hebben naar een landelijk screeningsprogramma.’

Portretfoto's (kleur) Folkert Asselbergs en Edith van den Hooven

In het Check@Home-programma ontvangen in totaal 160.000 mensen een uitnodiging om mee te doen met het vijfjarige project, dat zal lopen in de regio Breda, Utrecht, Arnhem en Eindhoven en waarbij Amphia Ziekenhuis, UMC Utrecht, Rijnstate, Radboud UMC en Catharina Ziekenhuis samenwerken. Naar verwachting zal Check@Home eind dit jaar starten in Breda. Steeds komt er een regio bij en nemen de onderzoekers de eerdere ervaringen mee en implementeren die in de volgende regio. Bij Check@Home gaat het om een thuistest (én behandeling in de eigen woonomgeving) waarbij gescreend wordt op albuminurie en atriumfibrilleren. Mensen sturen via de post een urinemonster op en screenen zichzelf via de app op hun smartphone op boezemfibrilleren. Daarvoor leggen ze hun vinger op de camera. ‘Het doel is om gezondheidswinst te behalen met presymptomatische screening’, zegt projectleider en cardioloog prof. dr. Folkert Asselbergs. ‘Er zit een enorme overlap tussen de verschillende oorzaken van nier-, hart- en vaatziekten. Door in een vroeg stadium ziekte te vinden, kun je klachten voorkomen. Daarom richten we ons op de groep mensen tussen de 50 en 75 jaar: mensen zonder klachten, maar mogelijk wel met onderliggende ziekte.’

Efficiënter zorgpad

‘De DCVA wil de ziektelast met 25 procent omlaag brengen in 2030. De huidige aanpak waarbij mensen met klachten naar een zorgverlener gaan, is dan volstrekt ontoereikend’, zegt Asselbergs. ‘De ziektelast terugbrengen kan alleen met vroegdetectie: vroeg ingrijpen in het ziekteproces en mensen eerder in het ziekteproces opsporen en behandelen, ter voorkoming van ernstige complicaties. Door de screening zal in eerste instantie het aantal patiënten toenemen. Maar in plaats van dat mensen bijvoorbeeld vijf jaar later patiënt worden omdat ze een beroerte krijgen en er veel slechter aan toe zijn, zal hun gezondheid en kwaliteit van leven beter zijn. We willen uiteindelijk een roadmap ontwikkelen om een landelijk screeningsprogramma, een bevolkingsonderzoek, op te zetten.’

Om het laagdrempelig te houden en de participatie zo groot mogelijk te maken – ook van mensen met een lagere sociaaleconomische status – wordt nadrukkelijk ingezet op screening dichtbij huis. Asselbergs: ‘We willen een efficiënter zorgpad neerzetten. Als er aanwijzingen zijn voor ernstige vormen van hart- en nierschade, blijft het ziekenhuis de aangewezen plek. Maar indien nodig wordt bij voorkeur in een regionaal diagnostisch centrum gestart met de behandeling.’ Voor dat laatste zoeken de onderzoekers samenwerkingspartners in de regio, bijvoorbeeld de trombosedienst, die nu al de dosering van bloedverdunners bepaalt.

Huisartsen ontlasten

‘Belangrijk in Check@Home is goede afstemming met de huisartsen’, zegt projectcoördinator dr. Edith van den Hooven. Er is vrees dat de huisarts door de screening te maken krijgt met een toevloed van patiënten, maar de ervaring uit de NierCheck-studie (het eerste proefbevolkingsonderzoek naar chronische nierschade, red.) laat zien dat dat erg meevalt. ‘Een van de doelen is om te onderzoeken of de diagnostische centra eventueel een rol kunnen spelen in het ontlasten van de huisartsen. Daarbij sluiten we aan bij de NHG-Standaarden (huisartsenrichtlijnen, red.) en regionale afspraken.’

Heel gericht kijken

Asselbergs is zich bewust van de mogelijke nadelen van vroege opsporing. ‘Voor eiwit in de urine en boezemfibrilleren is het vrij duidelijk wat de meetresultaten betekenen. Het risico op onterechte doorverwijzingen is niet groot. Of je dingen kunt ontdekken die je niet had willen weten? Daarvan is nauwelijks sprake. Mensen weten waarvoor ze meedoen aan de screening. We hopen dat ze maximaal geïnformeerd zijn. Je kan diabetes vinden als je op diabetes screent. Hetzelfde geldt voor boezemfibrilleren. Maar het is niet zoals bij genetica, waarbij je onverwachte nevenbevindingen kunt doen. Wij kijken heel gericht. Verderop in het proces, bij aanvullend onderzoek, kun je mogelijk andere vormen van hart- en vaatziekten vinden zoals een lekkende hartklep, maar eigenlijk zijn dit geen toevalsbevindingen want mensen doen mee aan vroegdetectie van chronische ziekte.’

Innovatieplatform

Check@Home is een initiatief van de Dutch CardioVasculair Alliance (DCVA) in samenwerking met de Hartstichting, de Nierstichting en het Diabetes Fonds. Het totale budget is 8,9 miljoen euro, mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en financiële bijdragen van de Hartstichting, Nierstichting, Diabetes Fonds en verschillende private partners. De partijen richtten gezamenlijk een consortium op. Asselbergs: ‘Deze samenwerking is next level en kan een enorme versnelling teweegbrengen in het komen tot een landelijke aanpak. Check@Home wil een innovatieplatform ontwikkelen dat zich voortdurend aanpast en evolueert op basis van nieuwe technologieën en inzichten, waar we bijvoorbeeld nieuwe apps kunnen introduceren, maar ook leefstijlinterventies relatief makkelijk kunnen implementeren.’ Vooralsnog zijn ziektereductie en kosteneffectiviteit de belangrijkste doelen van het programma, stelt Van den Hooven: ‘Vijf tot tien jaar na de screening voeren we analyses uit en kijken we naar morbiditeit, mortaliteit, medicijngebruik en zorggebruik van mensen die zijn uitgenodigd voor de screening in vergelijking met mensen die niet zijn uitgenodigd.’

Cardiologen

Cardiologen krijgen in de praktijk nauwelijks te maken met Check@Home, voorspelt Asselbergs. ‘Op basis van de resultaten moeten we met elkaar in debat over de vraag of we een landelijke screening ondersteunen, hetzij in de vorm van een bevolkingsonderzoek of als een soort preventieconsult vergoed door de zorgverzekeraars. In dat debat zijn cardiologen onmisbaar, want uiteindelijk komt de patiënt met complexe aandoeningen bij de cardioloog terecht.’

DCVA-COMMISSIE PREVENTIE

‘WIJ MOETEN GEZAMENLIJK DE THERAPIETROUW VAN PATIËNTEN VERBETEREN‘

Het belangrijkste doel van de nieuwe commissie Preventie, onderdeel van de DCVA-pijler Implementatie, is het specialisme-overstijgend verbeteren van de implementatie van cardiovasculair risicomanagement (CVRM), aldus prof. dr. Fabrice Martens. ‘In veel cardiovasculaire beroepsgroepen vind je het implementeren van CVRM terug op de Kennisagenda’s. Door al deze, vaak te kleinschalige, initiatieven bij elkaar te brengen, te bundelen en als DCVA te ondersteunen, willen we hun slagingskans vergroten. En we kunnen als zorgverleners alléén niet blijven roepen dat er geen zoetigheden op scholen verkocht mogen worden of dat groente net zo goedkoop moet zijn als een saucijzenbroodje. Preventie is een gezamenlijk maatschappelijk probleem en als alliantie – met alle verschillende specialisten bij elkaar – kunnen we een vuist maken, initiatieven opschalen en tot een landelijk succes maken.’ Zo vindt hij Check@Home een goed voorbeeld van een landelijk preventieprogramma.

‘De afgelopen tien jaar is veel vooruitgang geboekt op CVRM-gebied, met name medicamenteus. We kunnen alle risico’s inmiddels goed behandelen. Nu is het tijd goed te kijken naar hoe we als dokters de therapietrouw van de patiënt kunnen verbeteren. Als specialist hebben wij de taak om de patiënt ervan te doordringen het juiste te doen. In de spreekkamer en in samenwerking met bijvoorbeeld huisartsen.’ Nog dit jaar volgt een landelijk symposium voor medisch specialisten om good practices te bespreken.


Prof. dr. Fabrice Martens is cardioloog en hoogleraar Preventieve Cardiologie bij Amsterdam UMC. Tevens is hij lid van de nationale stuurgroep voor de Nederlandse richtlijnen CVRM en Vaatchirurgie, voorzitter van de werkgroep Geneesmiddelen van de NVVC, voorzitter van de DCVA-commissie Preventie en past president van de Werkgroep Cardiologische centra Nederland (WCN).

In deze rubriek leest u het laatste nieuws van de Dutch CardioVascular Alliance (DCVA) en DCVA-partners: interviews over nieuwe initiatieven, updates van lopende projecten en portretten van onderzoekers. De eerder verschenen artikelen zijn hier te raadplegen.


Prof. dr. Folkert Asselbergs is cardioloog in het Amsterdam UMC en daarnaast voorzitter van de werkgroep data-infrastructuur binnen de DCVA. Samen met prof. dr. Ron Gansevoort, nefroloog UMCG, is hij onderzoeksleider van het Check@Homeconsortium.

Dr. Edith van den Hooven is projectcoördinator van Check@Home en is als epidemioloog en gezondheidswetenschapper vanuit de DCVA en Amsterdam UMC verbonden aan dit project.