AMBITIES VAN DE DUTCH CARDIOVASCULAR ALLIANCE

‘Van nieuwe kennis snel naar effecten voor zorg en samenleving’

  • 6 min.
  • DCVA

Met een feestelijk symposium in Utrecht is op 12 september jl. de Dutch Cardiovascular Alliance, kortweg DCVA, officieel gelanceerd. Dit samenwerkingsverband heeft zich tot doel gesteld de ziektelast van cardiovasculaire aandoeningen in 2030 met een kwart te hebben verminderd. Hoogleraar Wiek van Gilst, kwartiermaker van de DCVA: ‘De DCVA gaat fungeren als een gemeenschappelijke “huis” waarbinnen onderzoekers, zorgverleners, patiënten en het bedrijfsleven elkaar gemakkelijk kunnen vinden en kunnen samenwerken waar dat zinvol is.’

Iedere dag overlijden er in Nederland gemiddeld 106 mensen als gevolg van een hart- of vaataandoening. Iedere twee minuten rijdt er ergens in Nederland een ambulance met aan boord een patiënt met acute hartklachten. Een groot deel van die patiënten had tot op dat moment nooit eerder klachten. Daarnaast leven er momenteel in Nederland ongeveer 1,4 miljoen mensen met een chronische hart- of vaataandoening. Als gevolg van de vergrijzing zullen dat er in 2030 1,9 miljoen zijn. Tenzij…
‘De centrale doelstelling van de Dutch Cardiovascular Alliance is de ziektelast door harten vaatziekten in Nederland in 2030 met een kwart te hebben verminderd ten opzichte van de voorspelde ziektelast’, vertelt Van Gilst. ‘Op zich hebben we al veel bereikt de afgelopen decennia in de strijd tegen harten vaatziekten. Overleed pakweg een halve eeuw geleden nog 30 procent van alle mensen die getroffen werden door een acuut hartinfarct, nu overleeft nog maar 3 procent het infarct niet. Maar daarmee is het probleem van harten vaatziekten nog niet opgelost. Sterker nog, als we niets doen zal door de vergrijzing in Nederland het aantal mensen met chronische harten vaatziekten verder stijgen. De beoogde vermindering van de ziektelast moet daarom vooral komen uit het voorkómen van acute uitingen van harten vaatziekten, zoals infarct en beroerte. Dat vereist nieuwe wetenschappelijke kennis over presymptomatische signalen en het ontwikkelen van systemen die deze signalen snel en gemakkelijk kunnen detecteren. Met de Dutch Cardiovascular Alliance willen we enerzijds meer bekendheid geven aan het feit dat er nog veel werk te verzetten valt in de strijd tegen cardiovasculaire aandoeningen en anderzijds in Nederland een structuur bouwen waarbinnen dat werk zo efficiënt en snel mogelijk kan worden uitgevoerd en goede wetenschappelijke ideeën ook zo snel mogelijk als oplossing naar de kliniek worden gebracht.’

Voortborduren op CVON

Die structuur komt niet zomaar uit de lucht vallen. Ze borduurt voort op CVON (Cardiovasculair Onderzoek Nederland), in 2011 opgezet als samenwerkingsverband tussen de Nederlandse Hartstichting, ZonMw, KNAW en NFU op het gebied van het financieren van wetenschappelijk onderzoek naar cardiovasculaire aandoeningen. Van Gilst: ‘CVON kwam voort uit het besef dat de wetenschappelijke vragen ten aanzien van cardiovasculaire aandoeningen zo complex zijn dat je die alleen maar succesvol kunt oplossen binnen multidisciplinaire consortia. Als uitvloeisel daarvan is de Nederlandse Hartstichting niet langer onderzoek van individuele onderzoekers gaan subsidiëren en zijn er brede thema’s gedefinieerd en gefinancierd die binnen een consortium van diverse kanten worden benaderd. Dat heeft geleid tot meer wetenschappelijke samenwerking, meer krachtenbundeling, een betere afstemming van onderzoeksprojecten en meer focus op belangrijke thema’s. Dat is goed, maar het kan nog beter. CVON heeft een hoog academisch gehalte. De DCVA schaalt de samenwerking nu op door meer partners – waaronder ook nietacademische – erbij te betrekken. Zoals de Nederlandse Hart Registratie, een patiëntvertegenwoordiger als Hartenraad, 4TU – het samenwerkingsverband van de technische universiteiten in Nederland – en Health~Holland, die het Nederlandse bedrijfsleven op gebied van innovaties in de gezondheidzorg vertegenwoordigt. Die bredere samenwerking is nodig om van wetenschap tot oplossingen in de praktijk te komen. De DCVA gaat daarbij fungeren als een gemeenschappelijke “huis” waarbinnen onderzoekers, zorgverleners, patiënten en het bedrijfsleven elkaar gemakkelijk kunnen vinden en samen kunnen werken waar dat zinvol is. Belangrijke doelstelling is de initiatieven en activiteiten van de partners te harmoniseren. Dat geldt zeker voor het in lijn brengen van prioriteiten in het onderzoek en implementatie in de zorg. De DCVA, dat wil zeggen vertegenwoordigers van de aangesloten partners, bewaakt de grote lijnen en houdt de regie: wat is een belangrijk onderwerp, waar zouden we meer aandacht aan moeten besteden? De diverse consortia blijven de motoren achter de voortuitgang in kennis en zorg en blijven doen wat ze al deden: excellent onderzoek uitvoeren. De DCVA biedt de omgeving om waar en wanneer dat nodig is hierbij gemakkelijk nieuwe partners te vinden. Zo haken er al nieuwe partners aan, bijvoorbeeld de reeds bestaande samenwerking tussen het Catharina Ziekenhuis Eindhoven, Philips en de TU Eindhoven. Zij hebben bij ons aangeklopt met de vraag of ze ook als consortium binnen de DCVA kunnen fungeren. Het aanhaken van nieuwe partijen, ook commerciële, juichen wij natuurlijk toe.’

Kennis verder brengen

Een kwart minder ziektelast door harten vaatziekten in 2030, zo luidt de doelstelling van de DCVA. ‘Een mooie en ambitieuze maar volgens ons ook realistische doelstelling’, reageert Van Gilst. ‘Een doelstelling ook die goed te meten is. De sterfte en ziektelast van harten vaatziekten in Nederland worden goed gemonitord, dus we kunnen in 2030 nagaan hoever we gekomen zijn. Maar met die ambitieuze doelstelling willen we ook duidelijk maken dat het wetenschappelijk onderzoek niet geslaagd is als er een wetenschappelijke publicatie ligt. Het onderzoek is pas af als de patiënt – en dus de Nederlandse gezondheidszorg – er iets mee is opgeschoten. In de vorm van betere, gemakkelijkere of vroegere diagnostiek, een nieuw medicijn, een apparaatje om je cardiovasculaire gezondheid in de gaten te houden of wat dan ook. Van wetenschappelijke publicaties alleen gaat de ziektelast niet omlaag. Kennis moet steeds een stap verder worden gebracht naar een toepassing. Onderzoekers kunnen binnen DCVA gemakkelijker op zoek naar mensen die verstand hebben van die volgende stap. Via de samenwerking binnen de DCVA willen we bereiken dat de nieuwe kennis zo snel mogelijk leidt tot daadwerkelijke effecten in de zorg en in de samenleving. Een van de activiteiten van de DCVA zal daarom ook zijn regelmatig bij de consortia te kijken wat er mogelijk is op het gebied van valorisatie en daarbij behulpzaam zijn. Zo leidt basale kennis eerder tot praktische toepassingen en vloeit er anderzijds geld terug naar het basale onderzoek voor verder onderzoek.’

1 miljard euro

Andere belangrijke activiteiten van de DCVA worden het ondersteunen van talentontwikkeling en het verbeteren van de data-infrastructuur. ‘Wat betreft de talentontwikkeling: we willen stimuleren dat talentvolle onderzoekers binnen een consortium aan het werk kunnen blijven en met hun nieuwe kennis blijven bijdragen aan het oplossen van het probleem waar het consortium mee bezig is. De continuïteit die je daarmee creëert draagt bij aan de kwaliteit en snelheid van het consortium. Wat betreft de data-infrastructuur: het verzamelen en analyseren van grote hoeveelheden data zijn tegenwoordig een belangrijke manier om kennis te verwerven. De DCVA gaat zich inzetten om bestaande dataverzamelingen op cardiovasculair gebied met elkaar te verbinden en data beschikbaar en herbruikbaar te maken voor onderzoek en nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast willen we een nationale biobank voor hartweefsel gaan opzetten en toegankelijk maken ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.’
Natuurlijk kosten al deze ambitieuze plannen geld. Veel geld. De DCVA stelt dat het de komende tien jaar een miljard euro wil investeren om haar doelstelling te bereiken. ‘Met de investeringen die de huidige partners binnen de DCVA, met name de Hartstichting, ZonMw en NFU, momenteel doen, komen we tot ongeveer de helft van dat bedrag. We hopen dat de DCVA een uitstraling en daardoor aantrekkende werking heeft voor extra investeerders, ook uit het bedrijfsleven en uit het buitenland, zodat we de investeringen kunnen verdubbelen. Overigens gaat de DCVA dat geld niet zelf beheren. De geldstromen lopen rechtstreeks van de geldgevende partijen naar de consortia. De DCVA zelf zal een kleine organisatie blijven die stuurt en faciliteert.’


Prof. dr. W.H. (Wiek) van Gilst is hoogleraar Cardiovasculaire en klinische farmacologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en Scientific Counselor bij de Hartstichting.