ALLIANTIE CARDIOLOGIE VUMC EN AMC

Samen als één sterker dan voorheen

  • 7 min.
  • Beroepsuitoefening
  • In het hart

Hoogleraren Bert van Rossum en Arthur Wilde, tot voor kort afdelingshoofden Cardiologie in respectievelijk VUmc en AMC, hebben het volste vertrouwen in prof. dr. Steven Chamuleau om de alliantie tussen beide afdelingen tot stand te brengen. Beide ziekenhuizen zijn inmiddels opgegaan in Amsterdam UMC en Chamuleau nam per 1 januari 2021 definitief het stokje over. De periode van Van Rossum en Wilde als kwartiermakers voor de alliantie zit erop.

Wat was de situatie toen u aantrad als kwartiermakers?

Wilde: ‘Wij zijn allebei overtuigd meegegaan in de beweging. Binnen de academische geneeskunde is sprake van te veel superspecialismen met te kleine patiëntgroepen om die verspreid te houden over beide academische centra en toch te kunnen bijblijven bij soortgelijke centra internationaal. Bovendien hadden beide locaties al bezettingsproblemen. Dus de alliantie stond voor ons niet ter discussie. Op zich waren de afdelingen Cardiologie groot genoeg op beide locaties; samenvoeging van vooral de hartchirurgie was voor ons echter een no brainer. Maar ook over de hele linie van de cardiologie zijn de twee centra behoorlijk complementair aan elkaar en zagen we direct: het kan alleen maar beter worden.’
Van Rossum: ‘Ik was aanvankelijk toch iets gereserveerder, want in de beslissing alle activiteiten van VUmc naar AMC te verplaatsen zag ik een bedreiging voor de adherentie, zeker voor de acute zorg. Ambulances kunnen vanaf de Zuidas makkelijk het VUmc bereiken, en het kon moeilijk worden die verwijzingen mee te krijgen bij verhuizing naar het AMC. Dat werd dus direct een agendapunt.’

Hoe was de sfeer bij aanvang in de vakgroepen?

Wilde: ‘De VUmc’ers waren de partij die moest verhuizen. Het is dus voorstelbaar dat er collega’s waren die vreesden dat dit ten koste van hun positie ging. Wat ook meespeelt is dat het AMC in onze discipline een aantal hoogleraren heeft en VUmc niet. Daardoor kon bij hen het idee ontstaan: we krijgen een heleboel bazen daar in het AMC. Toch heb ik dat nooit zo’n sterk argument gevonden. Een deel neemt door natuurlijk verloop binnen redelijke termijn afscheid. Veruit de meesten stonden echter direct achter de plannen voor de alliantie. We hebben dan ook aan beide kanten tegen niemand hoeven zeggen: misschien moet je maar gaan uitkijken naar iets anders.’
Van Rossum: ‘Het is inderdaad moeilijker voor de ploeg die moet verhuizen. De ploeg die er al zit, denkt: kom er maar bij. Het belangrijkste punt om een eenheid te gaan vormen, moet daarom zijn dat de samenvoeging iedereen uit zijn comfortzone haalt. Het moet geen absorptie van de ene ploeg in de andere worden, maar een nieuwe situatie waar beide partijen de schouders onder moeten zetten. Maar je moet wel oog hebben voor het feit dat voor de VUmc-collega’s meer verandert. De aanzet tot verandering begon met gemeenschappelijke besprekingen en mondde uit in heisessies met overnachting. Die werden begeleid door mensen van de HR-afdeling die hetzelfde proces al met andere afdelingen hadden doorlopen, dat hielp. Wat verder nodig was, was leiderschap tonen: mensen overtuigen en laten zien dat de samenvoeging tot een betere situatie leidt.’

Hoe bent u te werk gegaan?

Van Rossum: ‘De prioriteit lag bij de chirurgie, die moest het eerst over. Door de coronacrisis zelfs sneller dan oorspronkelijk gepland. En daarmee ook de cardiologie zo snel mogelijk, want de twee zijn nauw met elkaar verweven. De situatie hier in het AMC moest dus snel op orde zijn. De beschikbare OK-tijd was hierbij een belangrijk punt. De MDL-chirurgie moest snel over naar VUmc; er moest balans blijven in de OK-capaciteit aan beide zijden.’

Waar staat u nu?

Van Rossum: ‘In termen van sfeer is al in december 2019 uitgesproken dat iedereen aan de VUmc-kant er klaar voor was. Dan ontstaat ruimte voor de concrete invulling.’ Wilde: ‘De komst van Steven als gezamenlijk afdelingshoofd heeft ook een belangrijke rol gespeeld.’ Van Rossum: ‘En het feit dat hij van buiten komt en niet van een van beide ziekenhuizen.’
Chamuleau: ‘Ik trof twee goed lopende afdelingen aan die in cultuur sterk van elkaar verschilden. Toen ik ging polsen hoe ieder in de alliantie stond, kreeg ik het beeld: spannend maar we gaan het doen. Er was al veel in gang gezet toen ik kwam, dus ik hoefde niemand meer uit te leggen waarom het proces nodig was. Voor mij een belangrijke reden om ja te zeggen tegen deze baan. Ik keek van een afstand al een beetje jaloers naar hoe ze hier zo’n groot centrum mochten opzetten en kennis en expertise bij elkaar mochten brengen. Een nieuw hartcentrum mogen bouwen in het veranderende zorgveld is heel waardevol omdat het nieuwe mogelijkheden biedt. Denk aan zaken als een virtual ward, hybride interventiekamers. Omdat de doelen voor iedereen duidelijk waren, konden in een jaar tijd enorme stappen worden gezet. Corona heeft daarbij als gezamenlijke vijand het proces beslist positief beïnvloed. We werden gedwongen om taken op één locatie te concentreren. Dat schoof veel emotie naar de achtergrond.’

Wat is de stip op de horizon?

Chamuleau: ‘De tussenstap nu is taken en procedures van VUmc naar AMC overhevelen en omgekeerd. Deze fase gaat twee tot drie jaar duren. Een periode waarin het belangrijk is om iedereen perspectief te bieden op waar we uiteindelijk naartoe willen: alle klinische cardio logische zorg eind 2023, begin 2024 in het AMC hebben. Dat is het eindproduct waar iedereen nu naartoe gaat leven. Maar ook de huidige fase is heel mooi, we zijn echt met elkaar aan het bouwen.’
Wilde: ‘Een prettig besef hierbij is dat cardiologie voor Amsterdam UMC ook echt een speerpunt is.’ Chamuleau: ‘Sterker nog, bij mijn aanstelling heeft het bestuur uitgesproken dat cardiologie het vlaggenschip van de organisatie moest zijn. Daarmee voelde ik me direct gesteund om onze ambities waar te maken.’
Van Rossum: ‘Ook voor ons was die uitspraak heel belangrijk. Voor VUmc zijn oncologie en neurologie belangrijk en bestond dus weinig ruimte voor groei van cardiologie. We hebben er alle vertrouwen in dat Steven echt voor een nieuwe eenheid gaat zorgen waarin we als één team sterker zullen zijn dan de twee teams los van elkaar kunnen zijn.’

Welk advies heeft u voor Steven Chamuleau?

Van Rossum: ‘Visie is de kunst van het onzichtbare zien. De echte stappen maak je als je ziet wat er nog niet is.’ Wilde: ‘Goed luisteren naar de stafleden, en zeker ook naar de verpleegkundigen en onderzoekers. Maar ook de stappen durven zetten waarvan je weet dat die echt goed zijn.’
Chamuleau: ‘Ik heb heel goed nagedacht over de vraag of ik het kon overnemen van deze twee ervaren stafbestuurders, die deze rol allebei al jarenlang vervulden. Maar al vanaf mijn start hier ervaar ik hoezeer ik door beiden word ondersteund. En net zo goed door de teams.’


EMERITAAT BERT VAN ROSSUM

In mei 2021 gaat prof. dr. Bert Van Rossum met emeritaat, kort daarvoor neemt hij ook afscheid als voorzitter van de NVVC. ‘Mijn voorzitterschap is gekleurd door corona’, vertelt hij. ‘Daardoor heb ik minder aandacht kunnen besteden dan ik wenste aan de rol die we als cardiologen kunnen spelen in preventie. In de eerste periode heb ik me vooral ingezet voor het versterken van de verbinding tussen cardiologen en radiologen. Daarnaast heeft vooral de beleidsagenda van Zorginstituut Nederland – dat meer grip wil krijgen op de kosten in de zorg – mijn agenda bepaald. Transkatheter hartklepimplantaties zijn een sprekend voorbeeld om aan te tonen hoe groot de gevolgen zijn als het Zorginstituut meer gaat sturen op de vraag hoe zinnig en kosteneffectief behandelingen zijn. Hetzelfde speelt op meer fronten, denk aan ICD’s en technieken om pijn op de borst te analyseren. De belangrijkste boodschap aan mijn opvolger is dan ook: goed in gesprek blijven met het Zorginstituut.’


Prof. dr. A. A. M. (Arthur) Wilde werd in 1994 geregistreerd als cardioloog. Daarna specialiseerde hij tot elektrofysioloog. Hij is sinds 2000 hoogleraar Cardiologie aan de Universiteit van Amsterdam. Van 2003 tot 2019 was hij hoofd van de afdeling Cardiologie, locatie AMC. In 2011 werd bij benoemd als lid van De Koninklijke Akademie van Wetenschappen en in 2012 tot distinguished investigator van de Heart Rhythm Society (USA). Sinds de jaren negentig zoekt hij naar genetische oorzaken van hartritmestoornissen.


Prof. dr. A. C. (Bert) van Rossum is hoogleraar Cardiologie metbijzondere interesse voor de cardiale MRI en was tot 2021 hoofd afdeling Cardiologie locatie VUmc. Hij was oprichter en eerste voorzitter van de Working Group on Cardiovascular Magnetic Resonance van de European Society of Cardiology, en was lid van de wetenschappelijke adviescommissie van de Hartstichting. Ook is hij bestuurder en projectleider cardiale MRI geweest binnen de onderzoeksschool van het VUmc (ICAR-VU). Hij is voorzitter van de NVVC tot april 2021.


Prof. dr. S. A. J. (Steven) Chamuleau promoveerde cum laude op intracoronair afgeleide fysiologische parameters voor klinische besluitvorming, aan het AMC. Na een jaar postdoc bij het Institute of Molecular Cardiology in Louisville (USA) gericht op hartstamcelbehandeling, begon hij bij het UMC Utrecht als stafcardioloog (2008). In 2016 werd hij er benoemd tot hoogleraar Algemene cardiologie. Sinds 1 oktober 2019 werkt hij in Amsterdam UMC om de alliantie VUmc-AMC voor de cardiologie te leiden.