De lessen van professor Van Ruyven

Er zullen waarschijnlijk weinig gepromoveerden zijn die, bijna zestig jaar na de promotie, nog regelmatig geconfronteerd worden met het feit dat zij in het geheel niet hadden begrepen hoe intelligent de vraag van de opponerende hoogleraar was. Dat is bij mij echter wel het geval. Telkens als ik bij zwemwedstrijden aanwezig ben of naar televisiebeelden van onze topzwemmers kijk, en zie hoe er direct na de start en na keerpunten over een bepaalde afstand onder water mag worden gezwommen, word ik eraan herinnerd. Tijdens de verdediging van mijn proefschrift Stuwkrachtmeting en slaganalyse bij getrainde zwemmers stelde professor Van Ruyven vanuit de oppositie de vraag of trainers de zwemmers niet beter onder water konden laten zwemmen. Daarbij zouden zij volgens hem namelijk dezelfde voordelen kunnen hebben als duikboten. Ik stond met de mond vol tanden, wist geen goed antwoord en mompelde maar wat.