Op welke manier draagt slaapapneu bij aan atriumfibrilleren (AF)?
Linz: ‘Bij obstructieve slaapapneu valt de tong naar achteren, waardoor iemand tijdelijk niet goed kan in- en uitademen. Zo’n apneuperiode – vaak zijn het er meer dan dertig per uur – leidt tot desaturatie en een stressreactie. Wij toonden eerder bij gezonde varkens aan dat het simuleren van apneus door de bovenste luchtwegen te obstrueren, leidt tot een activatie van het vagale zenuwstelsel waardoor de refractaire periode van de boezem verkort. Door de stressreactie op de apneu raakt bovendien tegelijkertijd het sympathische zenuwstelsel geactiveerd. Zo kunnen er gemakkelijk overslagen optreden, die weer atriumfibrilleren kunnen uitlokken. En dat kan tijdens elke apneu gebeuren.’
Dus slaapapneu geeft vooral meer AF-periodes tijdens de slaap?
Linz: ‘Niet alleen dat, want bij chronische slaapapneu verandert de boezem ook structureel. Door rec